PAGEVIEUWS

zaterdag 6 september 2014

04-09-14 van Duckerswisch naar Brunsbuttel en daarna door naar Helgoland

Vanmorgen sliepen we weer te lang en inplaats van zeven uur uit ons nest werd het halfacht, en dus snel wassen en aankleden en dan losgooien, onderweg eten we wel wat.
Om halftien varen we de jachthaven van Brunsbuttel binnen, maken vast en halen de fietsen naast de grannybars vandaan en zetten ze op de steiger.
Dan gaan we boodschappen halen bij de Aldi, en die zat vroeger dichtbij de haven maar nu is lopen geen optie meer en moeten we met de fiets er naartoe.
Eerst weet Aafke niet meer waar de winkel is en fietsen we te ver door, en ook op de terugreis fietsen we weer te ver door, maar uiteindelijk komen we er dan toch nog.
Ook heeft ze haar briefje vergeten, en dus kunnen we ook nog wel iets vergeten maar de belangrijkste dingen weet ze nog wel.
Om kwart over tien verlaten we de winkel en laden alles in twee dozen op onze fietsen, vervolgens peddelen we weer naar de boot en bergen alles op en ook de fietsen gaan weer op stal.
Dan gooien we los en varen naar de sluis die net dicht is gegaan, en wanneer ik op kanaal 13 de sluis oproep, krijg ik de mededeling dat de volgende schutting over een half uur is in de oude sluis noordzijde, ik zeg verstanden en over.
Om elf uur gaan dan eindelijk de deuren open, en we varen met twee jachten naar binnen, het andere jacht is de Skirnir uit Lauwersoog en ik ken de eigenaar niet.
Het schutten durft erg lang en pas om kwart over twaalf gaan de deuren open en varen we de sluis uit.
Wij gaan gelijk naar de groene kant en rollen de Genua af, de Skirnir gaat de rode kant op en gaat op de motor en even later horen we een oorverdovend lawaai van de scheepshoorn van een groot schip die de Skirnir waarschuwt omdat die in z'n vaarwater zit.
In eerste instantie dacht ik verheugt wat lopen we toch hard en wat hebben we een boel stroom mee, maar wat blijkt hij staat nog op KM inplaats van op knopen en dat scheelt nogal wat.
Maar de stroom loopt toch lekker mee en met het bakstagwindje lopen we gemiddeld 7,5 mijl over de grond. Maximaal was het een poosje 9,2 mijl vlakbij Cuxhaven.
Daarna gaat de snelheid afnemen en ik kies op het laatst een andere uitgang die minder tegenstroom geeft.
Na overgestoken te zijn naar de rode kant, krijgen we toch te maken met tegenstroom en moet uit pure noodzaak de motor wel weer aan.


Wanneer we weer wat verder zijn en we geen last van ondiepte,s meer hebben kunnen we een rechte koers uitzetten naar Helgoland en dan gaat de automaat erop.
Ondertussen heeft Aafke de rijst gekookt, het vlees gebakken, en het groentepakket er doorheen gehutseld en dan is het smullen maar, na twee borden houden we het voor gezien, en het toetje komt later wel als we weer wat zijn uitgebuikt.


We merken opeens dat de wind gaat toenemen want zat hij eerder tussen de 10 en 12 knopen nu is het opeens 14 en ik zeg tegen Aafke we trekken het grootzeil er bij en dan lopen we waarschijnlijk boven de vijf knopen en besparen we onze Dieselolie, zo gezegd zo gedaan en even later lopen we inderdaad vijf tot vijfeneen halve knoop over de grond.
Opeens begint de automaat te piepen ten teken dat hij het niet meer aan kan, en dus neem ik het over van Appie.
Het waait nu onderhands geen 14 meer maar 19 knopen en dat is windkracht vijf, ook de golven worden flink hoger en zo nu en dan maken we een schuiver.
Enfin om het verhaal kort te houden, het gaat steeds harder waaien en ook onze snelheid neemt flink toe zo nu en dan lopen we tegen de negen knopen en de windmeter geeft als hoogste 28 knopen ware wind aan.
We zijn nu nog 2,5 mijl van Helgoland af, en dus zit het venijn weer in de staart, maar ik kan hem nog steeds onder controle houden, en ik laat Aafke stukje voor stukje de Genua indraaien tot hij helemaal weg is en we nu alleen nog op het grootzeil varen, gelukkig kan ik het zeil aan bakboord houden en zoals het nu lijkt kan dat tot in de voorhaven maar ik weet dat er vlak voor Helgoland altijd een rotzee staat vanwege de verschillen in diepte en je hoeft maar even niet op te letten en je hebt een gijp en dat wil ik liever voorkomen.
Wanneer we nog een halve mijl van de haven af zijn zeg ik tegen Aafke dat ze de motor maar moet starten, maar ze krijgt het niet voor elkaar en dus doe ik het op laatst zelf maar..
We zijn nu bijna bij de Haveningang, en dan komt het er even op aan om geen vreemde haal te maken waardoor het grootzeil alsnog overkomt zetten.
Opeens zijn we erdoor en ik zeg tegen Aafke die bij de mast staat dat ik nog even wat meer lengte ga maken voor dat we in de wind op gaan draaien.
Ik vaar op de plotter zover mogelijk door als ik durf, want het is hier aardedonker in de voorhaven ze mogen hier wel eens wat aan de verlichting gaan doen.
Dan is het zover en draai ik over stuurboord in de wind op en Aafke laat zo snel mogelijk het zeil zakken, ik zet het stuur even vast en draai nog even de grootschoot aan zodat de giek wat minder heen en weer gaat, en roep tegen Aafke dat ze de zaak maar met de reeflijnen vast moet knopen want ik kan niet veel verder meer in de wind op varen, als ze de boel vast heeft laat ik de boot naar stuurboord draaien en vaar richting Haveningang.
Ook daar mogen ze wel eens wat meer licht maken, maar na goed op de plotter en op zicht te hebben gekeken varen we de haven binnen.
Aafke is al druk met de lijnen bezig en ik kijk alvast waar we tegen aan kunnen gaan liggen want het ligt hier zoals altijd flink vol met van alles en nog wat, ook liggen er veel schepen die betrokken zijn bij de aanleg van de geldverkwistende windmolenparken hier voor de kust over vijftien jaar kunnen ze die dingen er allemaal weer weg gaan halen want dan hebben we al weer wat anders en beters uitgedacht
Ik zie dat er achter in de haven nog plek is tegen een groter schip dan die van ons, en roep tegen Aafke dat ze zoveel mogelijk rubber aan de bakboordzijde van de boot moet gaan hangen.
Terwijl ik de boot voorzichtig naar het andere schip laat deinzen, zeg ik tegen Aafke dat ze de korte spring bij hun op de middenbolder vast moet zetten want op die manier hou ik controle over de boot en kan zij de voor en achterlijnen aanbrengen, en daarna een voor en achterspring.
We maken een zachte landing tegen het andere schip wat een in Amerika gebouwd schip is, het is een Island Packet, een duur en degelijk schip met een lange kiel, en dus erg koersvast.
Het is volgens mij een funkelnagelneue boot, en ze hebben zeker geen geld meer over gehouden voor een paar fenders voor het geval er iemand naast hun komt liggen.
Eerst dacht ik dat het Nederlanders waren, maar het zijn Duitsers, die nu net vanaf de wal aan boord stappen, we praten wat met elkaar, en ik vraag wanneer ze weggaan, en krijg als antwoord om halfelf.
Nou dat komt mooi uit want om die tijd zijn wij ook van plan te vertrekken.
Aafke en ik gaan verder met het beter opdoeken van het grootzeil, en ook gaan we onze rubbers nog wat beter er tussen doen want ik wil liever geen krassen op een nieuwe boot maken.
Dan zijn we klaar en duiken we naar binnen om ons toetje op te smikkelen met gelijk er achteraan een friezengeist van 56 % alcohol, nou dat brand de haren wel uit je strot moet ik zeggen! maar de tweede gaat al een stuk beter.
Ik neem er nog maar een pilsje bij om de brand te blussen en Aafke neemt nog een glas korenwijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten